"Die nacht was het onweer na een zwoel lome, zwaar loden sirocco-dag, kort tragisch, een katastrofe gelijk, verdonderd over de vallei van de Lima, en de morgen, onwetend van het wrede geweld, klaarde als de dageraad van een weer nieuwe en loutere toekomst, de zomerzon triomfantelijk stijgend in een oneindige hemel van diep, heel diep azuur."

Een mooiere openingszin kun je haast niet wensen nu heel het landschap hier bedekt is door een dikke, dikke laag sneeuw. 'Verlangend naar zoele zomerhitte' heb ik dan ook deze novelle gelezen, een verhaal over een liefde in Italiƫ. In de eerste zin staat de hele geschiedenis in een notendop: de ontluikende liefde en de tragische afloop. Aldo Ardo, een gewezen militair arts, die in de oorlog in Abessiniƫ was, en Milia, een zenuwzieke Hollandse vrouw, weduwe, ontmoeten elkaar in een kuuroord in de Apenijnen. De knappe, sensuele Italiaan verovert de terughoudende, koele, blonde Emilia. Hij wil onbelemmerd genot, zij wil ook zekerheid, een toekomst. Een minnebrief en een dood getrapte hagedis maken een abrupt einde aan de voor beiden zo overweldigende zomer. Hij verlaat haar, op zoek naar puur, ongecompliceerd genot, zij teert weg en sterft van liefdesverdriet.
Veel waardering kreeg Couperus destijds niet voor deze novelle: 'keukenmeidenroman', 'spoorweglectuur' (de recensies van A. de Savornin Lohman en J. de Meester zijn terug te vinden op de website van het Louis Couperus Genootschap). Men doelde op de inhoud, maar ook op de taal: "Hij leutert er maar zoo wat op los." Anna de Savornin Lohman vindt zelfs zijn opmerkingen over het eten 'burgerjongensachtig onnoozel'.

In 1999 maakte regisseur Frans Weisz een verfilming van dit verhaal, "Een vrouw van het noorden". Zoals Couperus in 1908 kritiek kreeg op zijn novelle, zo moest Weisz in 1999 ongezouten opmerkingen incasseren. Onder de titel 'Bedeesde passie in overbekende landschappen' bespreekt Bianca Stigter (in: NRC Webpagina's) de film, die overigens afwijkt van het originele verhaal van Couperus. Over Emilia (gespeeld door Johanna ter Steege) merkt ze op dat haar uitstraling "eerder aards (is) dan Haags, meer deerne dan dame". Stigter noemt deze fatale liefde er een van dertien in een dozijn.
De film heb ik niet gezien, de novelle onlangs voor het eerst gelezen. Wat ik ervan vond? Ik vond het een heel mooi, soms zelfs ontroerend verhaal. En dat niet alleen om de aanwezigheid van de sneeuw en de afwezigheid van de zon! Of was dat juist andersom?