woensdag 16 januari 2013

Leo Tolstoi en het Sint-Janskruid

In de novelle 'Meester en knecht' van L. Tolstoi speelt het Sint-Janskruid een opvallende rol. Zo opvallend, dat het wel lijkt of dit geneeskrachtige kruid de rol van de klassieke 'peripeteia' op zich neemt!

Herbergier en koopman Wasili Andrejitsj Brechoenow maakt zich klaar om naar een naburige landeigenaar te rijden voor de aankoop van een bosperceel. Het is hartje winter en vanwege de kou en de bezorgdheid van zijn vrouw, gaat zijn knecht Nikita mee. Met de slee, getrokken door het vriendelijke paard, Moechorti, gaan beiden op weg naar Goriatsjkino, zo'n tien werst verderop. Ze verdwalen en komen tot twee keer toe in Grisjkino, waar hun onderdak voor de nacht aangeboden wordt, maar wat door Wasili wordt afgewezen, bang als hij is dat hij te laat komt voor de zo gunstige aankoop. Midden in de nacht, temidden van zware sneeuwstormen, proberen ze hun weg te vinden. Ze stranden. Het vermoeide paard en de onmogelijkheid om een geschikte route te vinden dwingt hen de nacht buiten door te brengen. Maar dan slaat de angst toe. Wasili maakt het paard los en verdwijnt:

"<Waarom zou ik hier blijven liggen en op den dood wachten... Ik ga op het paard zitten en hup, vooruit!> flitste eensklaps een gedachte in hem op. <Met één ruiter op z'n rug zal hij nog wel kunnen draven... Hèm - > en hij dacht aan Nikita _ < maakt het toch geen verschil of hij nu sterft. Wat heeft hij ook voor 'n leven! Dààr zal hij niet veel om treuren, maar ik heb goddank iets aan mijn leven...>

Dat kan niet goed aflopen! Moechorti zakt weg in de sneeuw, ontdoet zich van zijn berijder en gaat ervandoor. Wasili snelt het paard achterna, vindt hem en... is weer terug bij de slee. Daar ligt Nikita te kreunen, op sterven na dood.

"Ongeveer een halve minuut bleef Wasili Andrejitsj zwijgend en onbeweeglijk staan, daarna trad hij eensklaps met de vastberadenheid waarmee hij gewoon was door handslag een voordeeligen koop te bekrachtigen, een stap terug, stroopte de mouwen van zijn pelsjas op en begon met beide handen de sneeuw uit de slede en van Nikita af te werpen."

Hij gaat zelfs zover dat hij bovenop het lichaam van Nikita gaat liggen om hem te verwarmen.

Vanwaar opeens deze naastenliefde? De oorzaak moet bij het Sint-Janskruid liggen, een plant waaraan geneeskracht toegeschreven wordt en die gebruikt wordt als antidepressivum. Tijdens zijn vlucht te paard wordt hij tweemaal verrast door 'iets zwarts', iets dat hij aanziet voor een huis, dorpswoningen. Beide keren zijn het opgeschoten struiken Sint-Janskruid. Overigens werd al in het begin van het verhaal gesproken over Sint-Janskruid, een van de eerste momenten dat ons reisgezelschap de weg naar Goriatsjkino was kwijtgeraakt en over een stoppelveld reed "waar St. Janskruid en stroohalmen uit de sneeuw omhoog staken en in den wind heen en weer bewogen."

Hoe het ook zij, dit altruïsme, deze lichtzinnigheid moet Wasili met de dood bekopen. Ook het paard overleeft de barre tocht niet. Nikita wordt de volgende dag door de boeren uit de sneeuw uitgegraven; alleen zijn tenen zijn bevroren. Hij leeft nog twintig jaar en neemt - de dood verwachtend - 'afscheid van zonen en kleinkinderen en stierf, zich oprecht er over verheugend dat hij zijn zoon en schoondochter van den last van een overtollig eter bevrijdde..."

Het leven van Nikita was zwaar en leek doelloos voor de nachtelijke sneeuwtocht; hoe het de twintig jaar erna gegaan is, weten we niet. Of Wasili gelijk gehad heeft met zijn opvatting over het leven van knechten? En wat het geneeskrachtige kruid betreft: Sint-Janskruid is een mooie plant, die in de zomer vrolijk geel staat te bloeien langs weg en spoorbaan!